Mezen

Onlangs heb ik inwoning gekregen.
Ja, in mijn landhuis, op tuin 16.
Een mezenechtpaar meende intrek te kunnen nemen in het vriendelijke bijgebouw dat destijds nog door Tjeerd en anderen is gefabriceerd en dat aan de voorkant van mijn huis, naast de deur, een plaats heeft.
Het begon wat eigenaardig: op een dag hoorde ik hard getik en geklop. Mijnheer Koolmees was driftig bezig aan de opening. Blijkbaar was die te klein naar zijn zin. Merkwaardig, want Tjeerd had toch standaard maten gebruikt?
Heeft mijnheer misschien een wat gezette partner?
Hulpvaardig bood ik enig handgereedschap aan maar ik kreeg geen antwoord, hij bleef mopperend doorhakken.
Blijkbaar is hij er tenslotte ingeslaagt het bijgebouw naar zijn zin aan te passen.

Nu, na een paar weken zijn er kinderen geboren!
Mijnheer en mevrouw vliegen zich een slag in de rondte om vrijwel zonder pauze eten aan te slepen.
Als ik op mijn tuin ben staat mijn deur open en dat is hinderlijk, vinden de gasten. Het echtpaar vliegt dan nerveus heen en weer tussen de appelboom en het frambozen.
Complete maaltijden hebben ze bij zich.
Maar uiteindelijk, als de kinderen hard schreeuwen, wordt de open deur geaccepteerd en mij erbij.
Als ik maar stil zit.
Nou ja, ik heb tenslotte als hoofdbewoner toch óók zekere rechten!

De mezen en ik doen deze hele actie met gesloten beurzen: ik lever de huisvesting en zij halen uit mijn tuin de door mij minder gewenste rupsen, larven, motten en soortgelijken.

Inmiddels zijn de kinderen uitgevlogen, zoals dat uiteindelijk met alle kinderen gaat… Het is tenminste doodstil in het bijgebouw.

Ik wens het gezin een vrolijke en onbezorgde toekomst!

jv16